Een tragisch ongeluk in Cuijk

Oudejaarsavond 1944. Canadese troepen liggen ingekwartierd in Nijmegen en omgeving. Edgar Ross en Roger Jarrend Bisson, twee soldaten van het Régiment de Maisonneuve, hebben een uitnodiging van een familie in Cuijk om daar de jaarwisseling mee te maken.

Het Régiment de Maisonneuve had zich twee dagen eerder, op zaterdag 29 december, verplaatst van Mook naar Cuijk. Aalmoezenier Gérard Marchand schreef in zijn boek Le Régiment de Maisonneuve vers la Victoire 1944-1945 dat de lokale bevolking het regiment hartverwarmend ontving.

Dat gebeurde op oudejaarsavond ook met Edgar Ross en Roger Bisson. Bisson had, ondanks zijn jeugdige leeftijd (hij was in september 1944 pas 20 geworden) al een lange carrière achter de rug. Bisson had zich in 1940 al gemeld als vrijwilliger bij het Canadese leger. Maar begin 1941 werd duidelijk dat Bisson niet in 1921 of 1922 was geboren, zoals hij had gesteld, maar in 1924. Hij was zestien, te jong om dienst te doen. Hij mocht zich later opnieuw melden. En dat deed hij dan ook als negentienjarige in mei 1944.

Bisson was geboren in Sherbrooke (Québec) in een boerengezin. Hij had drie broers (Wilfrid, Alcide en Armand) en vijf zussen (Altina, Jeannette, Marie, Jeanne en Juliette). Toen zijn vader overleed verliet het gezin de boerderij en verhuisden Bisson, zijn moeder en broers en zussen naar de stad, naar Québec City.

Bisson verliet de school en ging op zijn dertiende aan het werk. Hij deed de vaat in een restaurant, hij werkte als bezorger voor een winkel en hij was schilder in een machinebedrijf. Hij werd beschreven als een vriendelijke jongen, een coöperatieve jonge arbeider. Hij was goed gemotiveerd en had de goede houding, stelde Captain H.S. Toombs vast in een beoordeling. Bisson had een beperkte opleiding en zijn leervermogen was beneden-gemiddeld, vond Toombs. Bisson had geen moeite met de Franse taal, hij sprak het goed, en kon het schrijven en lezen. Maar Engels ging hem minder goed af. En daarom gaf Toombs het advies Bisson zijn opleiding te laten genieten in het French Training Centre. Hij zou een goede infanteriesoldaat kunnen worden, tekende iemand in mei 1944 op in het Personnel Selection Record van Bisson.

Bisson
Bisson. Source: Veterans.gc.ca

Nog geen vijf maanden later ging hij met een troepenschip vanuit Canada naar het Verenigd Koninkrijk. En ruim een maand later werd hij overgebracht naar het front in Nederland. Op 11 november zette hij voet aan land in het inmiddels bevrijde Frankrijk. Vier dagen later werd hij in België opgenomen in de gelederen van het Régiment de Maisonneuve. Op 16 november verplaatste het regiment zich vanuit België naar de omgeving van Nijmegen. Het was een grote troepenverplaatsing van alle infanterieregimenten van het Canadese leger.

De soldaten kregen een hartelijk welkom in Cuijk. Schrijver en aalmoezenier Marchand tekende op dat de families die niet waren geëvacueerd de soldaten hartelijk ontvingen en uitnodigden om mee te eten. En zo kregen Corporal Edgar Ross en Private Roger Bisson op oudjaarsdag een warm welkom bij mevrouw Maria Vonhonbergen. (Mogelijk betreft het een Duitse immigrante, die al voor de oorlog naar Cuijk kwam). Mevrouw Vonhonbergen, de nicht van mevrouw Vonhonbergen (tantezegger) A.A. Wolfraad, de twee soldaten en N. Wolfraad zaten gezellig bijeen in de woonkamer, zonder dat er alcoholische drank werd geschonken.

Tegen kwart over een ’s nachts vonden beide soldaten dat het tijd was op te stappen. Ross pakte zijn wapen – een stengun – en het daarbij horende magazijn en klikte het magazijn op het wapen.

Even later klonk een schot en Bisson viel meteen neer. Ross liep geschrokken naar zijn maat toe en vroeg hem waar hij geraakt was. Bisson maakte duidelijk dat de kogel hem in de buik had getroffen. Ross rende naar buiten, op zoek naar drukverband. En tegelijk waarschuwde hij de Regimental Aid Post.

Later werd gereconstrueerd wat er precies gebeurd was. Getuige mejuffrouw (Miss) Wolfraad verklaarde dat Ross zijn wapen had opgepakt, het magazijn erop had geplaatst, maar daarna ook meteen weer had verwijderd. “Hij schudde de sten gun en ‘one round’ viel uit het wapen op de vloer. “Hij zei dat het ‘alright’ was en haalde de trekker over. Tegelijkertijd werd een schot afgevuurd en Pte Bisson viel op de vloer. Cpl Ross ging naar Pte Bisson en legde een kussen onder zijn hoofd. Cpl Ross huilde en ging meteen weg. Hij kwam enkele minuten later terug en drukte een verband tegen de wond.”

Ross zelf was ontdaan. “Ik was er zeker van dat het wapen ongeladen was”, zei hij. “Ik heb verband op de wond geplaatst en zijn voorhoofd met een natte handdoek schoongemaakt. Binnen enkele sconden zag ik dat Pte Bisson dood was.”

Drie ontstelde burgers zagen hoe de ene soldaat de andere per ongeluk had neergeschoten, met fatale gevolgen. Het duurde hooguit 5 minuten voordat de eerste hulp bij Bisson arriveerde, maar de hulp kwam te laat, constateerde A/Sgt L. Nantel. Hij had een ambulance-jeep naar het huis van mevrouw Van den Bergen gestuurd met twee dragers. Toen Bisson bij de eerste-hulppost werd binnengebracht liet Nantel hem op een bed leggen. “Ik onderzocht de gewonde en stelde vast dat hij dood was. Ik heb toen de aalmoezenier laten komen.”

Aalmoezenier Gérard Marchand maakt van het ongeluk geen melding in zijn boek Le Régiment de Maisonneuve vers la Victoire 1944-1945. Bisson wordt wel vermeld, maar met een spelfout in zijn naam (Brisson). Als sterfdatum vermeldt Marchand abusievelijk 21 december 1944.

Edgar Ross moest in maart 1945 voor de onderzoeksraad verschijnen. De militaire rechtbank oordeelde dat Ross schuldig was aan onachtzaamheid (neglect) en dat hij moest worden bestraft met een degradatie in rang (van Corporal naar Private) en meteen detentie van één jaar. De gevangenisstraf werd hem meteen kwijtgescholden. En hij werd direct daarna ook weer gepromoveerd tot Acting Corporal. Ross zou later zelf omkomen in het Gelderse dorp Laren (Gld).

Bisson is begraven op de Canadese begraafplaats in Groesbeek. Hij ligt in Plot 1, Rij V, Graf 9.

Bronnen

  • Gérard Marchand; Le Régiment de Maisonneuve Vers La Victoire 1944-1945; Montreal 1980
  • Library and Archives Canada; Second World War Service Files – War Dead, 1939 to 1947; RG24; Volume 25463 (Roger Bisson)
  • Library and Archives Canada; Second World War Service Files – War Dead, 1939 to 1947; RG24; Volume 26936 (Edgar Ross)

© 2024 Jan Braakman

Waarom was het Duitse verzet in Laren (Gld) zo hevig?

Door Jan Braakman

De redenen voor de hevige strijd om het dorp Laren (Gld) op 5 april 1945 blijft een van de vele vraagstukken, waar ik al lang mee bezig ben. Af en toe kom ik flarden van informatie tegen, die gezamenlijk een beeld schetsen van de redenen van de hardnekkige Duitse tegenstand.

Bij de bevrijding van Laren zijn meer dan 30 Duitse en meer dan 20 Canadese soldaten gesneuveld. Daarnaast vielen nog zeker 7 burgerslachtoffers rond de bevrijding van Laren. De namen van de gesneuvelde soldaten van het Royal Regiment of Canada (Black Watch) en het Régiment de Maisonneuve zijn vermeld op een gedenkplaquette in het dorp. De namen van de Larense burgerslachtoffers staan op het herdenkingsmonument naast de kerk in Laren. (Burgerslachtoffers die niet uit Laren kwamen, maar daar wel zijn gesneuveld, zijn niet op het monument vermeld.)

Toen ik in 2017 in het Nationaal Archief in Londen was, las ik de oorlogsdagboeken van verschillende Canadese regimenten die betrokken waren bij de bevrijding van Laren. Maar in geen van die documenten vond ik een concete aanwijzing.

Wel werd duidelijk dat de Canadezen verrast werden door de tegenstand. Het Régiment de Maisonneuve, dat aanvankelijk de bevrijding van Laren zou uitvoeren, op stuitte zoveel tegenstand dat de hulp van het Royal Regiment of Canada (Tne Black Watch) werd ingeroepen om de finale slag toe te brengen.

Ik vond in de Londense archieven een interessant document, dat een begin van een verklaring gaf voor de Duitse tegenstand. Het ging om een geheime Duitse boodschap die was onderschept door de Britse inlichtendienst. De essentie ervan was samengevat in een nota voor de Britse premier Winston Churchill. Ik vond het in de geheime stukken die de Britse premier in de eerste dagen van april 1945 te lezen kreeg.

De Duitse generaal Karl-Heinrich von Prittwitz und Gaffron, zo zegt het document, gaf zijn troepen opdracht stand te houden langs de lijn net ten noorden van Laren tot aan het punt waar de Schipbeek en het Twentekanaal elkaar raken. Uit een ander document bleek ook dat de reserves binnen het Duitse leger op begonnen te raken. Op 5 april werden de laatste reservers van het 88e Armee Korps ingezet, waarmee de 6e Fallschirmjäger Division (onder bevel van Generalleutnant Hermann Plocher) geen troepen meer achter de hand had in de strijd tegen de 2nd Canadian Infantery Division.

Hermann Plocher
Hermann Plocher

Het Duitse belang lag niet zo zeer in het verdedigen van bezet Nederland. De Duitsers wilden koste wat het kost voorkomen dat de gallieerden hun eigen grondgebied zouden inkomen. Daarvoor moesten zoveel mogelijk troepen en materieel vanuit het westen en midden van Nederland worden verplaatst naar het oosten en naar Duitsland zelf. Belangrijke route voor het west-oost-transport waren de spoorlijnen Zutphen-Enschede en Deventer-Hengelo, en de daaraan parallel gelegen verkeersroutes. Laren ligt precies tussen die twee spoorlijnen.

Majoor Rudolf Witzig voerde bij Laren het 18e Fallschschirmjäger Regiment aan. Witzig had eerder in de oorlog furore had gemaakt bij de verrassingsaanval in mei 1940 op het Belgische verdedigingsfort Eben Emael. Die Duitse verovering door paratroepers staat nog steeds in de militaire handboeken.

Rudolf Witzig
Rudolf Witzig

Witzig, die op 4 april 1945 nog in Laren zijn hoodkwartier had, gaf zijn officieren aan de vooravond van de Canadese aanval op Laren een ondubbelzinnig bevel. Ik vond in de War Diary van de 2nd Canadian Infantery Division een Engelstalige weerslag van het bevel, dat ik weer in het Nederlands heb omgezet:

Ik beveel:
GEEN enkele officier en GEEN commandant zal zijn sector verlaten en teruggaan naar zijn eigen commandopost zonder direct bevel van zijn hogere officier.
(b) Onheldere situaties, doorbraken en het overgeven van subeenheden zullen persoonlijk ter plekke worden onderzocht door de betreffende officier en het resultaat zal worden gerapporteerd door de loper of via sd gs.
(c) In het geval van een bevolen terugtrekking zullen officieren hun bevel naar voren geven.
(d) Officieren die gewonden terugbrengen, zal ik ter plekke laten neerschieten.
(e) Lichtgewonde officieren die nog steeds fit zijn, zullen hun post niet verlaten zonder bevel.
Ik houd officieren volledig verantwoordelijk voor het moreel en de gevechtswaarde van hun eenheden. Elke officier die zich zonder bevel terugtrekt, zal zijn hoofd verliezen.

Die laatste opmerking (‘zal zijn hoofd verliezen’) was letterlijk bedoeld, en niet figuurlijk.

Het bevel werd onderschept door een Canadese patrouille, die een gewonde Duitse loper krijgsgevangen maakte. Uit de papieren die op de krijgsgevangene werden gevonden, blijkt ook dat het 18e Fallschirmjäger Regiment groot belang hechtte aan het gebied rond Laren, ook om de troepen in de achterhoede de tijd te geven zich te reorganiseren, of zoals de Canadezen het samenvatten, ‘enige schijn van organisatie te bewerkstelligen onder de elites onder zijn bevel’.

Majoor Witzig bevond zich bij het begin van de aanval op Laren volgens de Canadese inlichtingen op de coördinaat 074007 (Dat is op het huidige adres Olde Diek 3). Het Duitse regimentshoofdkwartier is niet door de Canadezen zodanig onder vuur genomen dat het bij de bevrijding beschadigd is geraakt. Het is inmiddels een mooi verbouwde woonboerderij.

Witzig kon in 1956 zijn militaire carrière voortzetten in de Duitse Bundeswehr als Oberstleutnant. In september 1974 verliet hij als Oberst de Bundeswehr.

©2024 Jan Braakman

Teksten op deze website zijn auteursrechtelijk beschermd. Hergebruik in print, online of op welke andere manier ook is alleen toegestaan na uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de auteur.