Edgar Blaquieres einde lag op de weg naar Leer

Door Jan Braakman

De Franstalige Edgar Blaquiere uit Minto (Queens County, New Brunswick) ging net als zijn broer Edward al vroeg het leger in. Edgar was nog geen 20, toen hij zich in mei 1940 meldde bij het North Shore Regiment. Hij zou vijf jaar in dienst blijven. De Duitsers hadden al gecapituleerd toen hij op 14 mei 1945 omkwam.

Edgar Blaquiere. Source: veterans.gc.ca

Toen Edgar twaalf was overleed zijn vader – die al lang verlamd was. Zijn moeder worstelde ook met de gezondheid. Zij had keelproblemen en was haar stem kwijt. Moeder Anna Mary Blaquiere woonde samen met een jongere zus (Viola) in Minto. Edgar liet zijn soldij overmaken aan zijn moeder om haar en zijn zus in het levensonderhoud te voorzien.

Edgar had vier zussen (Elva, Doria, Teresa, Viola) en een broer (Edward). Twee zussen (Teresa en Doria) waren getrouwd en woonden elders.

Edgar was gehecht aan zijn moeder. Hij had in zijn linker onderarm het woord ‘mother‘ laten tatoeëren.

Na een jaar dienst in Canada, werd hij op 18 juli 1941 verscheept naar Engeland. Daar werd hij ingelijfd bij de Engineers Reinforcement Unit. Edgar volgde onder meer de opleiding voor chauffeur. Hij werd na de opleiding ingedeeld bij de 1Cdn Drilling Company van de Royal Canadian Engineers.

Hoewel hij niet betrokken was bij gevechten, raakte hij in februari 1943 wel gewond. Een balk viel uit zijn handen toen hij zich verstapte in de modder. Hij raakte aan zijn knie gewond en moest daarvoor naar het ziekenhuis. Desalniettemin kon hij een half jaar later, op 16 augustus 1943, wel naar het Europese vasteland. Hij ging met zijn eenheid naar Italië, waar hij anderhalf jaar zou blijven om de troepen te ondersteunen bij onder andere het bouwen van tijdelijke bruggen.

Half april 1945 werd hij vanuit Italië naar Frankrijk verscheept. Hij kwam via Brussel en Nijmegen in het noorden van het inmiddels bevrijde Nederland terecht. Op 14 mei 1945, een week na de Duitse capitulatie, kreeg hij van zijn commandant een bijzondere opdracht. De vaste despatch rider had verlof en Sgt F. M. Gronert vroeg Edgar Blaquiere om met de motorfiets ‘situation reports’ van verschillende pelotons op te halen en af te leveren bij het hoofdkwartier van de compagnie.

Blaquiere nam de opdracht aan. Onderweg ging het mis. De weg van Papenburg naar Leer, in het noordwesten van Duitsland, was niet overal even goed begaanbaar. Motorrijder Blaquiere moest gaten en bulten ontwijken.

Op een gegeven moment reed hij voor een colonne van het 4e Medium Regiment, een artillerie-eenheid, die ook onderweg was naar Leer. Gunner A. Levesque, bestuurder van het voorste voertuig, zag Blaquiere op zijn motor voor zich uit rijden met een snelheid van ongeveer 40 kilometer per uur. “De motorrijder slingerde naar het midden van de weg om de hobbel te ontwijken”, verklaarde hij. “Het leek alsof hij de macht over de motor verloor.”

Vanuit de tegenovergestelde richting kwam een Pools konvooi aanrijden met Duitse krijgsgevangenen. De chauffeur van het voorste Poolse voertuig zag de motorrijder op zich afkomen en probeerde hem te ontwijken. Hij rukte aan het stuur in de richting van de linkerhelft van de weg, maar hij kon de despatch rider niet ontwijken. De Poolse auto botste tegen de motorrijder en kwam daarna tot stilstand tegen de Canadese vrachtwagen, net als de Poolse vrachtwagen een drie tonner (60 cwt). Blaquiere lag onder het achterwiel van het Poolse voertuig.

De motorrijder werd door een Canadese aalmoezenier begeleid naar het ziekenhuis in Leer. Daar werd zijn dood vastgesteld. Blaquiere werd tijdelijk begraven in Winschoten.

Blaquiere behoorde bij de grote groep van Canadese militairen die de veldtocht hadden overleefd, maar alsnog om het leven kwamen in de nadagen van de oorlog. Op de Canadese begraafplaats in Holten, waar hij zijn laatste rustplaats kreeg (Plot XII, rij G, graf 3), liggen ongeveer 200 militaren die na de officiële Duitse capitulatie het leven lieten bij verkeersongelukken of andere incidenten zoals ongelukken met wapens of zelfmoord, door ziektes of door de gevolgen van opgelopen verwondingen.

Blaquieres moeder leefde nog vijftien jaar. Zij overleed op 13 mei 1960.

©2021 Jan Braakman

Teksten op deze website zijn auteursrechtelijk beschermd. Hergebruik in print, online of op welke andere manier ook is alleen toegestaan na uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de auteur.

Bestel hier je exemplaar van het boek Holtense Canadezen

Boeken over Canadese soldaten, het dorp Laren (Gld) en een moedige verzetsstrijder

Auteur: Jan Braakman

Jan Braakman is journalist en schrijver. Hij publiceert regelmatig korte biografische schetsen van geallieerde soldaten die in Nederland gesneuveld of begraven zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.