Jean Baptiste Turcotte had geen vriendin toen hij in maart 1944 het Canadese leger inging. Maar toen hij ruim een jaar later sneuvelde lag er bij zijn persoonlijke bezittingen een fotootje van een jonge vrouw in militaire kleding.
Het was een bijzondere foto, niet zozeer vanwege de vrouw die er op stond, maar vanwege het feit dat het plaatje van de vrouw was afgesneden of geknipt van een als ansichtkaart gedrukte foto. De foto was verweerd en beschadigd. De vrouw staat vriendelijk lachend te poseren op de foto, een rond gezicht, golvend donkerblond haar. Zij stond voor een houten gebouw, mogelijk een militaire barak. Waarschijnlijk in Engeland, gezien een deel van een aantekening die nog zichtbaar is op de achterzijde. De persoon naast haar is zorgvuldig van het beeld geknipt of gesneden.
Wie de vrouw op de foto was, is tot op heden een raadsel. En waarom de negentienjarige Jean Turcotte de foto bij zich had toen hij op 5 april 1945 in Laren (Gld) sneuvelde, zal mogelijk altijd een vraag blijven.
Jean Turcotte was op 28 juni 1925 geboren in Regina (Saskatchewan, Canada) als negende kind in een gezin met twaalf kinderen. Hij woonde net als de meeste van zijn broers en zussen in de provincie Quebec, in de omgeving van Montreal. Zijn vader was weliswaar theologisch geschoold, maar werkte tot zijn dood in 1937 vooral als boer en als handelaar. Na het overlijden van zijn echtgenoot (1934) had hij nog weinig omgekeken naar zijn kinderen. Jean kreeg onderdak bij zijn zus.
Twee van Jeans broers waren ook in het leger, van wie één in Europa vocht in het regiment Fusiliers Mont Royal.
Jean werkte als jongen van vijftien al in de mijnen. De stap naar het leger was zijn mogelijkheid aan die zware arbeid te ontkomen.
Bij zijn eerste beoordeling na de aanmelding in het leger, schreef luitenant R. Chalifour dat Jean een energiek gezonde jonge vent was, met goede manieren, joviaal met een open blik en vol zelfvertrouwen. Enige minpuntje, zijn verschijning was niet al te netjes.
Jean werd beschreven als gevoelig, onbezorgd, maar zonder ambitie en met weinig idee over de toekomst. “He is light of character, and never has been interested in learning any trade. He appears nevertheless honest and sober”, oordeelde Chalifour.
In het leger bleek hij een snelle leerling. Hij volgde met succes de chauffeursopleiding. Hij had de kwaliteiten om de leiding te nemen. Toch had hij tegenslag. Hij raakte gewond aan een van zijn benen en moest daarvoor naar het ziekenhuis. Later had hij rugklachten en last van zijn longen. De fysieke ongemakken weerhielden hem en zijn meerderen er echter niet van om Jean geschikt te achten voor de strijd in Europa.
Op 14 oktober werd hij verscheept naar Engeland. Op 2 januari 1945 werd hij naar het strijdtoneel in Noordwest-Europa gebracht, waar hij was ingedeeld bij het regiment van de Black Watch (Royal Highland Regiment of Canada).
Vanaf begin april maakte Turcotte de opmars mee door Oost-Nederland. Via Terborg, Doetinchem, Hummelo trok zijn regiment op naar het Twentekanaal bij Almen, waar ze op 3 april overstaken. De 4e brigade had daar al een bruggenhoofd gevormd.
De taak van de Black Watch was om samen met het Regiment de Maisonneuve en de Calgary Highlanders het bruggenhoofd uit te breiden in noordoostelijke richting en het dorp Laren (Gld) te veroveren. De oversteek van het kanaal was beangstigend, vanwege onophoudelijk vijandelijk vuur. Maar de Black Watch leden er geen verliezen.
Dat was een dag later anders, toen Laren (Gld) moest worden genomen.
Het plan was dat de Black Watch samen met het tankregiment Fort Garry Horse vanuit het westen (vanaf de richting Zutphen) het dorp zouden benaderen. Het Franstalige Regiment de Maisonneuve zou het dorp aan de noordzijde afsnijden, terwijl de Calgary Highlanders aan de zuidkant langs het Twentekanaal dekking zouden geven. Op die manier zou de Black Watch een ferme basis hebben om het dorp aan te vallen.
De Black Watch en de tanks van Fort Gary Horse waren nog maar nauwelijks begonnen met de opmars, of ze kwamen onder zwaar anti-tankgeschut. Het vuur kwam van een plek, die al door het Regiment de Maisonneuve zou zijn ingenomen en vanuit het dorp zelf. De mannen die op en achter de tanks zaten, moesten dekking zoeken in de sloot. De Black Watch leden zware verliezen en een van de tanks werd uitgeschakeld.
Waarschijnlijk heeft Jean Turcotte bij die actie het leven verloren. De weerstand van de Duitse troepen was te sterk. Het oorspronkelijke veroveringsplan werd afgeblazen. Eerst moest de weerstand van de Duitsers worden gebroken, met zware artilleriebeschietingen op het dorp. Die actie was succesvol. Zonder al te veel moeilijkheden konden de Black Watch alsnog het dorp innemen en om vier uur ’s middags had het Canadese leger de controle.
Jean Baptiste Turcotte werd na de strijd tijdelijk begraven in een boomgaard langs de Zutphenseweg in Laren (Gld), samen met zijn maten Michael Peter Brown, Frederick Taylor Forbes, Gordon Hume Hand, Gerald Paul MacKenzie, Howard Hector Muirhead, Chesley Edwin Nightingale, Ralph Piercey, James George Todd en Leslie Williams. Later kreeg hij een definitieve rustplaats op de Canadese begraafplaats in Holten: plot 1, rij E, graf 15.
De foto van de onbekende vrouw bleef in zijn dossier achter.
Bestel hier uw exemplaar van Verhalen van het slagveld.
Bron: Library and Archives Canada; Ottawa, Canada; Service Files of the Second World War – War Dead, 1939-1947; Series: RG 24; Volume: 27232
©2016 Jan Braakman
Ik ben ook bij deze gevechten geweest wij zaten in de kelder bij Wansink. Onze familie, de fam H.G.Kuiper uit Zutphen. Mijn oom Heiny Kuiper is toen verongelukt bij Wansink in de tuin aan de Zutphenseweg. Je maakt er in je boek Klein Nederland, Oorlog in een Gelders dorp melding van. Weet iemand waar dat precies is geweest? Er is niemand meer die ik het kan vragen ik was toen ruim een half jaar.
Heiny Aalberts, Hengelo (Gld)