Door Jan Braakman
John Lyons Duncan was enig kind van James Lewis Duncan en Violet Isabelle Duncan. Zijn vader Lewis Duncan was invloedrijk advocaat en politicus. Hij had in de Eerste Wereldoorlog als majoor dienst gedaan in het Canadese leger. Lewis Duncan was lid van de Legislative Assembly of Ontario, het provinciaal parlement.
Met zo’n achtergrond voelde John Duncan het als een plicht om ook zijn aandeel te leveren in de strijd tegen Hitler. Hij tekende als achttienjarige voor het leger op 23 augustus 1943. John stond op de nominatie om als officier een leidinggevende functie te vervullen. Maar hij werd nog te onvolwassen bevonden om officier te worden. Aan zijn intelligentie lag het niet. Aan zijn lengte (1 meter 81) ook niet. Aan zijn manieren en zijn voorkomendheid evenmin. Het ontbrak hem echter aan overwicht.
Dat zijn vader majoor was geweest en tijdens de Eerste Wereldoorlog gevochten had bij de Somme, Vimy Ridge en Passchendale kwam ook ter sprake bij de beoordelingen die John Duncan onderging in het leger. In hoeverre zijn vader of diens reputatie een rol speelde bij de functie die John in het leger kon krijgen, is niet uit de dossiers op te maken. Feit is dat hij in de twee jaar dat hij in het leger was na zijn eerste screening nog drie keer is beoordeeld op zijn potenties als militair. Op enig moment werd hij gepromoveerd tot Lance Corporal, maar na een paar maanden werd dat weer teruggedraaid – hij werd weer gewoon private – maar wel met behoud van soldij.
De laatste beoordeling gebeurde op verzoek van het Headquarters Canadian Reinforcement Unit. Het oordeel was dat hij nog steeds niet de kwaliteiten had om officier te worden, maar fysiek fit was om als rifleman naar het front te gaan. Hij arriveerde op nieuwjaarsdag 1945 in het Verenigd Koninkrijk, waar hij zich melde bij het Canadian Infantry Training Regiment. Negen dagen later werd hij ingedeeld bij het Royal Hamilton Light Infantry regiment (Rileys). Met dat regiment stak hij in april 1945 het Twentekanaal over bij Almen. De Rileys gingen meteen oostwaarts om de rechterflank in de richting van Laren af te dekken. In de nacht van 4 op 5 april ontstond een heftig vuurgevecht, tussen Canadese en Duitse troepen. De gevechten gingen de volgende dag tot ver in de middag door. Ergens op die dag werd John Duncan getroffen. Hij overleed direct en werd tijdelijk begraven in Almen. Padre H/Captain H.W. Johnson leidde de dienst bij de begrafenis.
Later werd John herbegraven op de Canadese begraafplaats in Holten. Hij ligt in plot I, rij C, graf 8.
De dood van John trof zijn ouders zwaar. Vader Lewis Duncan pleegde vijftien jaar later, op 8 april 1960, zelfmoord in het toilet van een winkel in Toronto. De krant The Globe and Mail schreef in een in memoriam dat Lewis Duncan lang had geleden door de dood van zijn enige zoon tijdens de Tweede Wereldoorlog.
© 2019 Jan Braakman