Waarom was het Duitse verzet in Laren (Gld) zo hevig?

Door Jan Braakman

De redenen voor de hevige strijd om het dorp Laren (Gld) op 5 april 1945 blijft een van de vele vraagstukken, waar ik al lang mee bezig ben. Af en toe kom ik flarden van informatie tegen, die gezamenlijk een beeld schetsen van de redenen van de hardnekkige Duitse tegenstand.

Bij de bevrijding van Laren zijn meer dan 30 Duitse en meer dan 20 Canadese soldaten gesneuveld. Daarnaast vielen nog zeker 7 burgerslachtoffers rond de bevrijding van Laren. De namen van de gesneuvelde soldaten van het Royal Regiment of Canada (Black Watch) en het Régiment de Maisonneuve zijn vermeld op een gedenkplaquette in het dorp. De namen van de Larense burgerslachtoffers staan op het herdenkingsmonument naast de kerk in Laren. (Burgerslachtoffers die niet uit Laren kwamen, maar daar wel zijn gesneuveld, zijn niet op het monument vermeld.)

Toen ik in 2017 in het Nationaal Archief in Londen was, las ik de oorlogsdagboeken van verschillende Canadese regimenten die betrokken waren bij de bevrijding van Laren. Maar in geen van die documenten vond ik een concete aanwijzing.

Wel werd duidelijk dat de Canadezen verrast werden door de tegenstand. Het Régiment de Maisonneuve, dat aanvankelijk de bevrijding van Laren zou uitvoeren, op stuitte zoveel tegenstand dat de hulp van het Royal Regiment of Canada (Tne Black Watch) werd ingeroepen om de finale slag toe te brengen.

Ik vond in de Londense archieven een interessant document, dat een begin van een verklaring gaf voor de Duitse tegenstand. Het ging om een geheime Duitse boodschap die was onderschept door de Britse inlichtendienst. De essentie ervan was samengevat in een nota voor de Britse premier Winston Churchill. Ik vond het in de geheime stukken die de Britse premier in de eerste dagen van april 1945 te lezen kreeg.

De Duitse generaal Karl-Heinrich von Prittwitz und Gaffron, zo zegt het document, gaf zijn troepen opdracht stand te houden langs de lijn net ten noorden van Laren tot aan het punt waar de Schipbeek en het Twentekanaal elkaar raken. Uit een ander document bleek ook dat de reserves binnen het Duitse leger op begonnen te raken. Op 5 april werden de laatste reservers van het 88e Armee Korps ingezet, waarmee de 6e Fallschirmjäger Division (onder bevel van Generalleutnant Hermann Plocher) geen troepen meer achter de hand had in de strijd tegen de 2nd Canadian Infantery Division.

Herman Plocher

Het Duitse belang lag niet zo zeer in het verdedigen van bezet Nederland. De Duitsers wilden koste wat het kost voorkomen dat de gallieerden hun eigen grondgebied zouden inkomen. Daarvoor moesten zoveel mogelijk troepen en materieel vanuit het westen en midden van Nederland worden verplaatst naar het oosten en naar Duitsland zelf. Belangrijke route voor het west-oost-transport waren de spoorlijnen Zutphen-Enschede en Deventer-Hengelo, en de daaraan parallel gelegen verkeersroutes. Laren ligt precies tussen die twee spoorlijnen.

Majoor Rudolf Witzig voerde bij Laren het 18e Fallschschirmjäger Regiment aan. Witzig had eerder in de oorlog furore had gemaakt bij de verrassingsaanval in mei 1940 op het Belgische verdedigingsfort Eben Emael. Die Duitse verovering door paratroepers staat nog steeds in de militaire handboeken.

Rudolf Witzig

Witzig, die op 4 april 1945 nog in Laren zijn hoodkwartier had, gaf zijn officieren aan de vooravond van de Canadese aanval op Laren een ondubbelzinnig bevel. Ik vond in de War Diary van de 2nd Canadian Infantery Division een Engelstalige weerslag van het bevel, dat ik weer in het Nederlands heb omgezet:

Ik beveel:
GEEN enkele officier en GEEN commandant zal zijn sector verlaten en teruggaan naar zijn eigen commandopost zonder direct bevel van zijn hogere officier.
(b) Onheldere situaties, doorbraken en het overgeven van subeenheden zullen persoonlijk ter plekke worden onderzocht door de betreffende officier en het resultaat zal worden gerapporteerd door de loper of via sd gs.
(c) In het geval van een bevolen terugtrekking zullen officieren hun bevel naar voren geven.
(d) Officieren die gewonden terugbrengen, zal ik ter plekke laten neerschieten.
(e) Lichtgewonde officieren die nog steeds fit zijn, zullen hun post niet verlaten zonder bevel.
Ik houd officieren volledig verantwoordelijk voor het moreel en de gevechtswaarde van hun eenheden. Elke officier die zich zonder bevel terugtrekt, zal zijn hoofd verliezen.

Die laatste opmerking (‘zal zijn hoofd verliezen’) was letterlijk bedoeld, en niet figuurlijk.

Het bevel werd onderschept door een Canadese patrouille, die een gewonde Duitse loper krijgsgevangen maakte. Uit de papieren die op de krijgsgevangene werden gevonden, blijkt ook dat het 18e Fallschirmjäger Regiment groot belang hechtte aan het gebied rond Laren, ook om de troepen in de achterhoede de tijd te geven zich te reorganiseren, of zoals de Canadezen het samenvatten, ‘enige schijn van organisatie te bewerkstelligen onder de elites onder zijn bevel’.

Majoor Witzig bevond zich bij het begin van de aanval op Laren volgens de Canadese inlichtingen op de coördinaat 074007 (Dat is op het huidige adres Olde Diek 3). Het Duitse regimentshoofdkwartier is niet door de Canadezen zodanig onder vuur genomen dat het bij de bevrijding beschadigd is geraakt. Het is inmiddels een mooi verbouwde woonboerderij.

Witzig kon in 1956 zijn militaire carrière voortzetten in de Duitse Bundeswehr als Oberstleutnant. In september 1974 verliet hij als Oberst de Bundeswehr.

©2024 Jan Braakman

Teksten op deze website zijn auteursrechtelijk beschermd. Hergebruik in print, online of op welke andere manier ook is alleen toegestaan na uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de auteur.

Auteur: Jan Braakman

Jan Braakman is journalist en schrijver. Hij publiceert regelmatig korte biografische schetsen van geallieerde soldaten die in Nederland gesneuveld of begraven zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.