Waar is Arthur Vanance?

Door Jan Braakman

Het hart van de 23-jarige Rita Vanance sloeg even over, toen ze op donderdag 21 februari 1946 bericht kreeg dat haar man was aangekomen in Canada en nu in een ziekenhuis lag in Montreal. Rita was er al een jaar van uitgegaan dat haar man Arthur gesneuveld was in Europa. Ze had officieel bericht gehad van de legerautoriteiten dat hij aanvankelijk vermist was, en daarna werd aangenomen dat hij tijdens schermutselingen gesneuveld was.

Winnipeg Free Press, 22 Februari 1946. Bron: Ancestry.com. Winnipeg Free Press (Winnipeg, Manitoba, Canada) [database on-line]. Provo, UT, USA: Ancestry.com Operations Inc, 2007.

Rita had nota bene een paar dagen eerder bericht gehad dat de persoonlijke bezittingen van Arthur nog niet in Canada waren, maar dat ze die zou krijgen zodra ze waren gearriveerd. Sinds het bericht van het overlijden van Arthur had ze al de uitkering geïnd, die haar toekwam als weduwe van Arthur.

Arthur maakte deel uit van het Lake Superior Regiment toen hij in februari 1945 bij gevechten vermist raakte. Volgens zijn maten was hij dodelijk getroffen. Maar ze hadden Arthurs lichaam niet kunnen bergen toen ze zich terug trokken. Rita kreeg een telegram waarin stond dat Arthur niet meer als vermist te boek stond, maar “for official purposes presumed killed in action.” Rita stond er opeens alleen voor met haar zoontje Arthur, die in december 1944 net drie was geworden.

De op 5 januari 1919 geboren Arthur Vanance kwam uit een gezin met vier broers en een zus. Hij had verschillende werkgevers gehad voor hij in het leger kwam. Hij was een ervaren vrachtwagenchauffeur. Hij hield van sport – softbal was zijn favoriete activiteit. Hij was eerstehonkman.

“He looks the kind who with a few drinks would try to turn the world upside”

In juli 1940 trad hij in dienst van het leger. Zijn belangrijkste reden: avontuur. In december 1942 werd hij nog eens beoordeeld. Lieutenant James Morrison schreef in het rapport: “This soldier is cheerful, well built. He looks the kind who with a few drinks would try to turn the world upside down if someone suggested it. He looks like good soldier type – one who would with good leaderschip go through anything.” Morrison vond dat Vanance zijn plek gevonden had in het regiment, en Vanance leek dat zelf ook wel te vinden.

Vanance bouwde ondertussen in het leger een behoorlijke reputatie op. Hij bleef ongeoorloofd weg, was soms dronken. In 1941 werd hij 21 dagen vastgezet wegens ongeoorloofd verlof. Hij kreeg in juni 1942 een voorwaardelijke straf van de burgerlijke rechter voor een inbraak in St John (New Brunswick). Hij kreeg een proeftijd van een jaar. Maar binnen een paar maand na de veroordeling zat hij al op het schip naar het Verenigd Koninkrijk.

Een paar weken na D-day werd hij ingezet op het Europese vasteland.

Zijn regiment lag in februari 1945 gelegerd bij Bokhoven aan de zuidoever van de Maas, ten noorden van ’s Hertogenbosch. Op 15 februari werd in alle vroegte (vier uur ’s morgens) een patrouille uitgevoerd op vijandelijk terrein, ten noorden van de Maas. Doel van de patrouille was om vijandelijke soldaten gevangen te nemen.

Dergelijke patrouilles werden van beide kanten ondernomen. Duitsers probeerden door te dringen in de Canadese linies aan de Maas bij Empel, Crevecoeur en Gewande. Omgekeerd trokken Canadezen de rivier over om aan de noordzijde verkenningen uit te voeren en te checken or de Duitsers hun posities nog bezet hielden. Over en weer werden bij de schermutselingen krijgsgevangenen gemaakt.

Lt Col H.H. A Parker van het Lake Superior Regiment gaf na de oorlog uitleg over wat er gebeurd was met de patrouille waar Vanance deel van uitmaakte. “On the night of 14-15 February, B-company had a patrol across the River Maas . . . ran into trouble on the way back with the result that only about half of the men got back to our side.”

De patrouille kwam gehavend terug. Eén soldaat (Walter Russell Lahoda) was gedood, tien raakten gewond en drie waren in de handen van de vijand gevallen. Onder hen – waarschijnlijk – ook Arthur Vanance.

Earl Carlbom. Bron: The Sioux Lookout Bulletin.

Er werd, zo stelde Parker in een brief aan nabestaanden van de omgekomen Sgt Earl Carlbom, een reddingsoperatie opgezet. “Sgt Carlbom, along with Lieutenant Banks and Sgt Boomhower decided to cross the river again and search for the missing men from their platoon. Unfortunately, they were ambushed, Lieut. Banks and your son being wounded. Sgt Boomhower managed to make his escape and he told us that there was little doubt that your son had been taken prisoner, but apparently, his wounds must have been more serious than they appeared. We have twice carried out a search of the whole area but have been unable to locate his grave.”

Wat er daarna met Vanance is gebeurd, blijft onduidelijk.

Een van de soldaten (W.R. Marsh) meldde later dat Lance Corporal Hilderley dodelijk getroffen was, maar dat ze door het hevige vijandelijk vuur niet in staat waren geweest zijn lichaam te bergen. Maar, aldus dezelfde soldaat, als ze twee stretchers hadden, zouden ze Hilderley en Vanance op kunnen halen. Lieutenant Banks zei tegen Marsh dat een andere officier, Sgt Carlbom, daar voor zou zorgen.

Sgt Carlbom kwam echter niet terug. Hilderley evenmin, en Vanance ook niet. Na de oorlog bleek dat Carlbom ook was gesneuveld. Hij was door de Duitsers begraven op de begraafplaats in Zaltbommel. Hilderley was in het bezette Ammerzoden begraven, tezamen met een niet nader geïdentificeerde Canadese soldaat. Waar Vanance was gebleven, was onduidelijk.

Arthur was vermist. Zijn vrouw Anita kreeg het bericht dat werd aangenomen dat hij dood was. Nooit kreeg ze te horen of hij was gevonden en waar hij was begraven. Zijn lichaam is nooit geïdentificeerd.

Winnipeg Free Press, 23 Februari 1946. Bron: Ancestry.com. Winnipeg Free Press (Winnipeg, Manitoba, Canada) [database on-line]. Provo, UT, USA: Ancestry.com Operations Inc, 2007.

Hilderley’s lichaam werd na de oorlog opgegraven en herbegraven in Holten. (plot 11, rij H, graf 6). Sgt Carlbom werd eveneens herbegraven op de begraafplaats in Holten (plot 11, rij H, graf 7). De ongeïdentificeerde soldaat uit Ammerzoden kwam ook op de begraafplaats in Holten terecht (plot 11, rij H, graf 5).

Meer dan een jaar na de zo slecht verlopen patrouille over de Maas kreeg Anita bericht dat haar man met de Queen Elizabeth vanuit Europa was terug gekomen in Canada en dat hij in Motreal in een ziekenhuis lag. Opeens was er weer hoop voor haar en haar zoontje. Captain Wardrobe speculeerde in de Winnipeg Free Press over de situatie waarin Arthur wellicht verkeerde. Mogelijk leed hij aan geheugenverlies, aldus Wardrobe.

Een dag later was duidelijk dat er sprake was van een vergissing. Niet Arthur, maar zijn broer Albert was teruggekeerd. Het leger had abusievelijk bericht gedaan aan Arthurs vrouw Rita. Zij had natuurlijk gehoopt dat haar man echt was teruggekeerd, maar ergens had ze er rekening mee gehouden dat er sprake was van een vergissing. Tegen de krant zei ze: “I’m not holding my hopes too high, I am kind of resigned to the situation, but oh, if he were alive, I don’t care how badly he is wounded.”

Rita kreeg nooit bericht of en waar haar man gesneuveld of gevonden is. Hij blijft een vermiste soldaat, van wie wordt aangenomen dat hij is gesneuveld. De vraag blijft: waar is Arthur Vanance?

Bronnen: Raymond Mitchell – Commando Despatch Rider: From D-Day to Deutschland 1944-45; Lydia Carlbom – Missing in Action – One family’s story of hope and despair; Library and Archives Canada; Ottawa, Canada, Service Files of the Second World War – War Dead, 1939-1947; Series: RG 24, Volume: 27247;
Library and Archives Canada; Ottawa, Canada; Service Files of the Second World War – War Dead, 1939-1947; Series: RG 24; Volume: 25538.

©2019 Jan Braakman

Auteur: Jan Braakman

Jan Braakman is journalist en schrijver. Hij publiceert regelmatig korte biografische schetsen van geallieerde soldaten die in Nederland gesneuveld of begraven zijn.

2 gedachten aan “Waar is Arthur Vanance?”

  1. Hallo Jan, mooi opgeschreven. De bronverwijzing is niet helemaal correct. Er staat Lydia Calborn, moet natuurlijk Lydia Carlbom zijn. En in Missie over de Maas schrijf je eerst nog dat de patrouille van Carlbom vanuit Bokhoven naar Ammerzoden is uitgevoerd op 15 maart.

    Earl is overleden in een veldhospitaal in Zaltbommel. Daar is hij de avond voor zijn dood nog gezien. Hij is begraven op het Duitse ‘Heldenfriedhof’ op het Hogesingelbolwerk van de Stadswallen in Zaltbommel, waar de Duitsers ruim 70 slachtoffers hadden begraven. Bij de restauratie van de stadswallen, die recent is begonnen, zal aandacht worden besteed aan deze begraafplaats.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.