Door Jan Braakman
Welly Arsenault is een van de drie Canadezen die omkwamen bij de bevrijding van Zwolle, op 14 april 1945. Arsenault is de bekendste van de drie, omdat hij Leo Major vergezelde op diens verkenning naar het centrum van Zwolle. Arsenault en Major maakten deel uit van het Regiment de la Chaudière.
Naar Arsenault is in Zwolle een plantsoen genoemd. De twee andere gesneuvelde militairen zijn Thomas Thomas en Alex Serediak.
Dossiers van omgekomen soldaten zijn te vinden in de archieven van Library and Archives Canada. De archieven kunnen soms de weg wijzen naar nabestaanden – broers, zussen of kinderen. Om meer informatie te vergaren, gaan onderzoekers van het Informatiecentrum Canadese Begraafplaats vaak op zoek naar nabestaanden.
Het openbare dossier van Welly Arsenault biedt weinig aanknopingspunten om nabestaanden te vinden, maar uiteindelijk weet ik een nabestaande te traceren met hulp van lokale stamboomonderzoekers. Via Facebook zoek ik contact met een van de getraceerde familieleden. Ik stel mijn vraag in het Engels en binnen een dag heb ik een reactie in gebrekkig Engels, vermengd met Frans, van een van de achterneven, die weinig weet, maar me wel het telefoonnummer geeft van een nicht van Welly: Elisabeth Arsenault.
Elisabeth Arsenault neemt de telefoon snel op, als ik haar bel. “Ah, oui?” Ik probeer haar in het Engels duidelijk te maken wie ik ben en wat ik wil. Maar voordat ik mijn eerste zin heb beëindigd, heeft ze de telefoon al opgehangen. Een telefoontje van iemand met een vreemd nummer uit het buitenland die ook nog met een vreemd accent Engels spreekt, dat kan niet vertrouwd zijn, denkt ze kennelijk.
Ik doe meteen een nieuwe poging. Ze neemt opnieuw op: “Ah oui?”
Amechtig probeer in mijn beste middelbare-schoolFrans uit te leggen wie ik ben en wat ik wil. Deze keer hangt ze niet op. Maar haar Frans vergt meer kennis van de Franse taal, dan ik heb. Desalniettemin komen we er met (denkbeeldige) handen en voeten toch uit. Ik in mijn beste Engels aangevuld met af en toe een woord Frans, en zij in het Frans met af en toe een woord Engels. Zij geeft mij een email-adres dat toebehoort aan haar zoon Eric, met wie ik daarna per email correspondeer. Eric stuurt nog wat vage foto’s van Welly, maar hij, noch zijn moeder, weet uit de familiekronieken nog verhalen van Welly op te diepen.
Welly Arsenault, naar wie in Zwolle een plantsoen is vernoemd in Zwolle-Zuid, is vooral bekend als de man die sneuvelde toen Leo Major in zijn eentje de stad bevrijdde.
Leo Major vertelde in 1995 in het Zwols Historisch Tijdschrift hoe Welly door Duits mitrailleurvuur omkwam. Welly en hij zouden als vrijwilligers verkenning uitvoeren in Zwolle. Het doel was na te gaan of er nog vijandelijke troepen in de stad waren. Welly en Leo vertrokken om half tien ’s avonds voor hun nachtelijke verkenning.
Bij het kruisen van de spoorlijn ter hoogte van Zalné (Heinoseweg) ging het mis.
Major: “Kort na elf uur stak ik de spoorlijn over en ging een eindje verder naast de weg liggen. Willy trachtte hetzelfde te doen, hij stak de spoorlijn ook over om zich bij mij te voegen, maar hij maakte een geluid met zijn granaten, waarop de Duitsers hem beschoten met een regen van vuur. Ik wist direct dat hij dood was.”
Leo kroop naar Welly om diens machinegeweer en zijn granaten te pakken, die hij daarna nog volop zou gebruiken bij zijn ‘verovering’ van Zwolle.
Zijn stoffelijk overschot werd afgevoerd naar een tijdelijke begraafplaats in Almen, tussen Zutphen en Lochem. Hij werd herbegraven op de Canadese Begraafplaats in Holten.
Welly zou voor zijn inspanningen bij de bevrijding van Nederland postuum onderscheiden worden. Op 10 januari 1946 kreeg zijn vader een brief met de heugelijke mededeling dat Welly was benoemd tot Lid van de Orde van de Bronzen Leeuw door Koningin Wilhelmina. Het was een schrale troost voor zijn ouders en zijn broer en zus.
Welly krijgt een definitieve begraafplaats in Holten: Plot 3, rij B, graf 5.
Willy, Willie of Welly?
Welly Arsenault is onder verschillende voornamen bekend. Toen zijn ouders werd gevraagd om een inscriptie te leveren op zijn grafsteen op de Canadese begraafplaats in Holten leverden ze de volgende tekst aan:
“A la Memoire de Willie
Fils bien aime
De M. Et Mde. Henri Arsenault”
(Ter herinnering aan Willie, geliefde zoon van de heer en mevrouw Henri Arsenault).
De familie gebruikte in formuleren die moesten worden ingevuld na de dood van Arsenault de schrijfwijze Willie.
In de geschiedschrijving van Leo Major, die zich beschouwde als een goede vriend van Arsenault, wordt de schrijfwijze Willy gebruikt. Die schrijfwijze is ook terug te vinden op het straatnaambord dat de gemeente Zwolle heeft geplaatst bij het Arsenaultplantsoen.
In de officiële stukken van het Canadese leger wordt consequent de schrijfwijze Welly gebruikt. Die schrijfwijze komt overeen met de ondertekening die Arsenault zelf op een aantal stukken plaatste. Al laat die ondertekening in enkele gevallen ook de ruimte voor de schrijfwijze met een i en plaats van een e. Arsenault laat in dat geval wel consequent de punt boven de i weg.
Dit is een bewerkte versie van een artikel van mijn hand in het Zwols Historisch Tijdschrift.
©2020 Jan Braakman